Dag 17: Aurlandsfjellet

Vanmorgen na het ontbijt kwamen we tot de conclusie dat het echt te warm was om nog een top te beklimmen, dus werd het plan B, de toeristische route Aurlandsfjellet. Hiervoor moesten we eerst naar Laerdal rijden, een mooi en oud stadje met vele historische houten huizen.

Onderweg zien we meerdere watervallen die over honderden meters naar beneden storten.

Im Laerdal zitten we op zee niveau en kijken we zo de fjord in, met links en rechts enorme massieve bergen.

Vanaf dit punt begint de toeristische route en de weg is in het begin breed genoeg voor 1 auto, dus bij iedere tegenligger is het zoeken naar een uitwijk mogelijkheid. Er rijden ook enkele campers, die ons gelukkig laten passeren. De weg slingert gestaag omhoog en bij een parkeerplaats heb ook ik even tijd om rustig van het uitzicht te genieten.

Hier is ook in een soort grot een kunstwerk gemaakt van een beer, die alle troep heeft verzameld die alle voorbijgangers hebben achtergelaten in de bergen.

We rijden weer verder en we zien steeds meer resten van de afgelopen winter, en dat terwijl er nu in Noorwegen tropische temperaturen heersen.

We maken een kleine wandeling naar een waterval. Het valt op dat 500 m van de parkeerplaats geen enkele andere toerist zich hier laat zien

Even verder zien we zelfs dat er nog ijs op het meer ligt, met een mooie blauwe kleur.

We raken niet uitgekeken onderweg en stoppen meermaals. Wanneer we weer moeten afdalen, wordt de weg weer flink smaller. Halverwege de afdaling is er een bijzonder uitzichtpunt, waar we genieten van de vergezichten.

Beneden aangekomen rijden we nog even door naar Flåm, een plaatsje waar we al enkele keren geweest zijn. Het valt op dat het nog meer toeristisch is geworden. We nemen uiteraard niet de trein, dat hebben we al enkele keren gedaan. Dit is het keerpunt van onze trip en we rijden op ons gemak terug naar Hemsedal. Eerst moeten we door een ruim 24 kilometer lange tunnel. Ongelooflijk wat een lengte. Daarna nemen de deels de oude route i.p.v. enkele tunnels, om zo uit te komen bij de Stavkirkje van Borgund (uit ca. 1150), in de volksmond ook wel Strafkerk. Koen noemde dit vroeger een strafkerk, omdat hij dan weer uit de auto moest om een kerk te bekijken.

Hierna rijden we op ons gemak terug naar Hemsedal, waar we omstreeks half acht arriveren. Morgen vertrekken we naar ons vierde huis.