Vandaag stappen we weer op de fiets, om naar Saumur te fietsen, een stad op ca. 10 kilometer van onze camping. Wanneer we het hek van de camping doorgaan komen we eerst op een semi verharde pad, dat ons eerst langs de Loire voert. Daarna komen we op een soort karrenspoor uit, dat in een ver verleden geasfalteerd is, en wat echt aan een nieuwe laag toe is. We fietsen zo goed mogelijk om kuilen en gaten heen.

Op een gegeven moment zien we iets groots voor ons op ons pad. Wanneer we dichterbij komen blijkt het een koe te zijn, die uitgebroken is. Er is al heel wat politie op de been om de koe richting een weide te krijgen, en onze hulp blijkt zeer waardevol, want heel rustig drijven wij al zachtjes fietsend de koe de goede kant op. Aan het einde van het pad staan auto’s van de politie en de boer om de koe richting de wei te sturen, wat lukt. Daarna worden we door meerdere aanwezigen bedankt voor onze bijdrage. We fietsen verder en bereiken de brug over de Loire met mooi uitzicht op Saumur.

We fietsen nog een stukje verder, nu aan de andere oever, om daarna de fietsen aan een fietsenrek goed vast te zetten. Zo kunnen we de stad bekijken, die bestaat uit een gezellige winkelstraat met ook allerlei restaurants met terrassen. Het is opvallend hoeveel Fransen tussen de middag bij een restaurant zitten te eten.

Het kasteel dat we al vanaf de brug zagen, willen we natuurlijk van dichterbij bekijken, dus moeten we de berg op. En dat loont zeker de moeite want het is een mooi kasteel om te zien. Omdat in het kasteel vooral allerlei zaken rond paarden en paardensport te zien is, laten we een bezoek binnen achterwege.

We lopen om het kasteel heen, dat zo boven op de berg, vroeger zeer strategisch lag, en nu vooral een mooi panorama oplevert voor ons.

Hierna lopen we weer terug naar onze fietsen, doen onderweg nog wat boodschappen en bij de camper aangekomen, zitten we buiten, genietend van het lekkere weer en het mooie uitzicht.

Willem jullie zien hoe onze camper er van binnen uitziet, kan je dat bekijken via de volgende link:

’s Avonds zitten we met de koffie ook nog buiten en zijn we getuige van een mooie zonsondergang.

We verlaten s’morgens Domfront om richting zuiden te rijden, een rit van ca. 175 km. Onderweg doen we nog wat boodschappen. Het is een mooie rit door een groen deel van Frankrijk. Halverwege de middag bereiken we onze bestemming voor de komende 2 dagen, een camping langs de Loire, zo’n 10 km ten westen van Saumur.

We krijgen een mooi plekje aan de rand van de camping met zicht op de Loire. We lopen daarna naar het dorpje, dat naast een paar huizen een tabakswinkel, kapper en kruidenier heeft. Dus lopen we weer terug naar de camping en drinken we wat bij de camper, waarbij we genieten van het mooie uitzicht op de Loire.

Vanmorgen vertrekken we van de camping bij het voormalig treinstation. Een leuke plek, waar we lekker hebben kunnen fietsen.

Onze reis voert ons naar het westen verder Normandië in, en na een mooie rit door dit rustige deel van Frankrijk bereiken we even na twee uur onze eindbestemming voor vandaag, een camping in Domfront. Hoewel de receptie nog gesloten is, krijgen we via een intercom toch toegang tot de camping en zoeken we een mooi vlak plekje uit voor de camper. Na een paar dagen zonder stroom, kan vandaag de kabel weer in de paal. Nadat we even later ons hebben ingecheckt, lopen we naar het oude centrum van Domfront, een middeleeuws stadje met een oude burcht. We lopen door de oude straatjes en komen uit bij een bijzondere kerk, die we uiteraard ook van binnen bekijken.

Daarna lopen we verder door het oude centrum en komen we uit bij de oude burcht. Daar is niet veel meer van over helaas. Het uitzicht vanaf deze hoogte is wel mooi.

We zien aan de lucht dat er wel een bui in aantocht is, dus lopen we terug naar de camping. En daar aangekomen stappen we in de camper op het moment dat het begint te plenzen. Dus ondanks de regen hebben we geluk dat op de momenten dat wij buiten zijn het droog is met zelfs wat zon en nog aardige temperaturen.

Na een goede nachtrust op het parkeerterrein bij het museum vertrekken we rond 9:30 uur. In Evreux doen we inkopen voor de komende dagen waarna we doorrijden naar onze volgende bestemming, een camperplaats in Broglie, een voormalige gemeente camping. Daarvoor was het een station met omliggende gronden. In het oude station zit nu een bibliotheek.

We zoeken een mooi plekje uit en daarna lunchen we. En dan is het tijd om op de fiets te stappen, want ook hier is het voormalige spoortraject omgevormd tot een fietspad, dat voert naar Bernay. Het is niet meer het super zonnige weer, maar goed genoeg om te fietsen.

Na ca. 12 kilometer, vooral dalend bereiken we Bernay. We fietsen nog richting centrum, maar worden niet overweldigd door de schoonheid van de stad. Dus keren we om en beginnen we aan de terugtocht, die meer stijgt dan daalt.

Onderweg stoppen we nog voor een drinkpauze en om te genieten van het uitzicht. Daarna rijden we verder terug en bereiken we droog onze camper.

Daar drinken we wat, nog lekker buiten zittend. We merken wel dat het minder warm is vergeleken met de eerdere dagen tijdens onze vakantie. Ook het eten maak ik buiten op ons Coleman fornuis. s’Avonds regent het flink, dus de rest van de avond brengen we binnen door. Benieuwd wat morgen brengt.

Vandaag rijden we naar Giverny, een klein stadje ten noord westen van Parijs en de stad waar de beroemde schilder Claude Monet vele meesterwerken heeft gemaakt. Omdat het niet zover rijden is, arriveren we al voor de lunch op de camperplek, waar we de komende 24 uur staan. Na onze lunch wandelen we richting het museum, dat bestaat uit 2 tuinen, de watertuin en de bloementuin, en het voormalig woonhuis van Monet. Maar eerst lopen we naar de buste van Monet om daarna door te lopen naar het kerkhof waar Monet destijds is begraven.

En om 13:30 uur kunnen we naar binnen, en gaan we eerst naar de watertuin. En daar zijn we niet de enige bezoekers. We lopen door de tuin die werkelijk schitterend is aangelegd. In deze tuin maakte Monet zijn bekende schilderijen. Hieronder enkele foto’s uit de watertuin.

Na de watertuin gaan we via de ‘gewone’ tuin naar het woonhuis. Ook deze tuin is weer schitterend aangelegd en we zien meerdere tuinmannen actief in de weer om de tuin zo mooi te houden.

We betreden het huis, waar we vele kamers kunnen bekijken, van 1e atelier, slaapkamers, eetkamer tot keuken aan toe. Het is een groot huis en leuk om te zien met mooie kleuren.

Hierna zitten we een tijdje in de tuin, te genieten van de mooie tuin en het lekkere weer. Daarna lopen we weer terug naar onze camperplek, die op 5 minuten afstand van het museum ligt. Het is een groot parkeerterrein, vol met campers, waar je een nacht mag verblijven. Morgen gaan we uiteraard weer verder.

Nog een uitsmijter, tijdens het eten kwam er nog een grote groep ‘Eendjes’ langs op het parkeerterrein. Altijd leuk om te zien. In een ver verleden zijn wij met vrienden ook daarmee naar Frankrijk, Parijs, gegaan.