Vandaag reizen we van de oost naar west Sicilië. Na een ontbijt, helaas binnen omdat het buiten nog een beetje nadruppelt, lopen we nog even langs de mango boom die in de tuin bij onze agriturismo staat.


Daarna vertrekken we en rijden we dwars door Sicilië richting Palermo. Eerst maken we nog een stop om een laatste blik op de Etna te werpen.De snelweg voert door een bergachtig gebied met vele stadjes boven op de bergen. We willen een stop maken bij Enna, de hoogst gelegen stad van Sicilië, op ca. 950 m boven zeeniveau. Op afstand zien we het stadje al liggen.

We verlaten de snelweg en slingeren nog 6 km omhoog totdat we de auto parkeren en het laatste stukje naar het centrum van het stadje lopen.Allereerst is het uitzicht van boven mooi. We zien even verderop weer een ander stadje liggen, natuurlijk ietsje lager dan Enna.

Hierna bezoeken we een kerk waar we rondgeleid worden door een Italiaanse dame die alleen Italiaans spreekt en qua lengte ongeveer de helft van mij is. Maar aller vriendelijkst en we begrijpen dat in de kerk, naast Italiaanse militairen ook Engelse, Canadese en Amerikaanse militairen begraven liggen, allen slachtoffers van WO2. In de kerk liggen ook veel mozaïeken op de vloer. Mij valt op, over de oorlog gesproken dat je met enige fantasie ook de swastika in de tegels kan zien.




De dame wijst ons op allerlei details en voor een deel, mede door haar enthousiasme, herkennen we de woorden en snappen we grotendeels wat ze uitlegt. Zo is op een van de mozaïeken de Blauwe Moskee in Istanbul te zien, verwijzend naar de Moorse invloeden die op Sicilië herkenbaar zijn. Hierna krijgen we nog een kleine uitleg over het altaar en andere details van de kerk.

Dan is het tijd om op zoek te gaan naar de Duomo van Enna. Deze ligt op 5 minuten lopen wordt ons verteld dus lopen we daarheen. En daar hebben we geen spijt van. Want wat een pracht en praal in deze dom.



We moeten verder dus verlaten we Enna en rijden we verder op de snelweg naar Palermo en later deels binnendoor. Ik wil nog iets met jullie delen over de rijstijl van de Italianen, die in onze ogen ronduit belachelijk is. Wat voorbeelden:
- Stoppen voor een stopbord en streep doe je niet
- Inhalen doe je voor een bocht
- Bij wegwerkzaamheden waar 60 staat rijdt de minstens 100 km
- Bij 2 rijstroken linksaf, stel je 3 breed op
- Dubbel parkeren is normaal, daar kan nog een derde auto naast
- Invoegen die je wanneer het jou uitkomt, niet wanneer het past.
- Richtingaanwijzers gebruik je niet
- Minstens 1 van je remlichten is kapot
- Allee als je zin hebt stop je voor voetgangers bij een zebra.
- Verdrijfvlakken zijn er om nog even snel in te halen.
- Enzovoort. Zal wel weer wennen zijn straks terug in west Europa.
Onze volgende bestemming is Monreale, een kerk en klooster boven op de bergen boven Palermo.

We kunnen daar makkelijk de auto parkeren en lopen naar de ingang van de kerk, waar we een kaartje kopen. Het interieur van de kerk is overweldigend. Hieronder meerdere foto’s daarvan.



Ook hier zijn de Moorse invloeden goed zichtbaar. Het toch ongelooflijk zoveel mooie kerken er zijn in Italië. Onze ticket geeft ons ook toegang tot het klooster. Het binnenplein ziet er net iets minder mooi uit als in het klooster in Napels.





En natuurlijk wil ik ook de kerk en het klooster van boven bekijken, dus op zoek waar dat kan. Eenmaal gevonden voert de tocht eerst in een toren omhoog, met daarna een mooi uitzicht op de kloostertuin.

Daarna via allerlei smalle gangetjes loop ik boven langs rondom de kerk. De gangetjes lijken zo uit een boek over de Davinci code te komen, altijd weer spannend wat er om de hoek te zien valt.


Tenslotte bezoeken we het speciale gedeelte van de kerk, waar de uitstraling nog bijzonderder is. Ook hier veel pracht en praal. Dit is ook een oud deel van de kerk .er mozaiken vloeren die terug gaan tot de 12e eeuw.




Nu hebben we genoeg kerk van binnen gezien. We lopen nog even om de kerk om de toren te aanschouwen.

Daarna wordt het tijd om naar ons volgend hotel te rijden, op zo’n 30 minuten rijden van Palermo. De rit is mooi, maar we zijn wel blij wanneer we arriveren. We melden ons aan en ik bren onze koffers naar de kamer. Ondertussen boekt Marit met Karl-Heinz, een van de Duitse stellen een shuttle naar Palermo en terug voor morgen. Daarna brengen we de rest van onze spullen naar onze mooie kamer en drinken we wat op ons terras, genietend van het lekkere weer (26C) en het mooie uitzicht.























In het zuiden van Italië aangekomen, bij Villa San Giovanni maken we een lunchstop en zien we Sicilië aan de andere kant van het water liggen.
Hierna rijden we richting de veerboot, waar het inchecken snel gaat en we onze eerder gemaakte online boeking omzetten in een instapkaart. Dan kunnen we door en wachten tot we aan boord mogen.
Na enige tijd mogen we aan boord en gaan we bovendeks om te genieten van het uitzicht. Helaas is het niet echt lekker weer en is de overtocht maar kort, 20 minuten, dus moeten we snel weer naar de auto. Het schip verlaten gaat op z’n Italiaans, alle 6 rijen aan boord gaan tegelijk rijden en moeten uiteindelijk weven tot 1 rij auto’s. En dat gaat allemaal maar net goed.
Hierna rijden we langs de kust verder richting ons hotel. Daar aangekomen krijgen we te horen dat ons hotel dicht is. We zijn, met onze andere reisgenoten overgeboekt naar een agriturismo. Een kleinschalig hotel in een voormalige boerderij. Het kaartje wat we krijgen ziet er veelbelovend uit. De weg ernaar toe niet, die wordt steeds smaller en slechter en de huizen langs de weg zijn grotendeels vervallen en verlaten. We vragen ons af waar we heen gestuurd worden. Eenmaal aangekomen bij de locatie ziet die er goed uit. We krijgen een kamer op de begane grond met een zitje voor onze kamer. Onze kamer is vooraan op de foto. Het uitzicht is mooi en nadat alles is uitgepakt drinken we buiten wat.
Even later druppelen ook de andere reisgenoten binnen en daarna drinken we wat met elkaar. Als iedereen er is gaan we aan tafel en eten we met elkaar, wat erg gezellig is. Morgen maar eens kijken of we een glimp van de Etna kunnen opvangen.

















Omdat het zo steil is, zijn alle huizen tegen de berg geplakt zo lijkt het. Daardoor heeft iedereen wel zeezicht. We dalen verder eem verder via heel veel haarspeldbochten en het wordt steeds drukker en de weg smaller. Ter vergroting van de feestvreugde rijden er ook nog eens vele bussen. Combineer dat met andere toeristen in huurauto’s en de chaos is compleet. Op meerdere stukken en bochten kan je elkaar niet passeren, dus dat geeft opstoppingen. Laat dan ook nog eens Italianen het verkeer regelen, dan leidt dat tot files. Maar dat hebben we er graag voor over want de uitzichten over de baai en op de stadjes zijn fantastisch.
Na het plaatsje Amalfi wordt het rustiger en de weg breder en vinden we zowaar een plek voor een korte lunchstop met uitzicht.
Na verloop van tijd laten we de kust achter ons en rijden we meer landinwaarts richting snelweg, die we voor circa 100 km nemen om een beetje op te schieten. Hierna rijden we weer over een landschappelijk mooie route richting ons hotel. Bij een schilderachtig bergdorpje, dat vol in de zon ligt, stoppen we voor een fotomoment.
Verder rijdend naar het hotel zien we nog meerdere bergdorpen op en in elkaar gebouwd. En het is hier groener met meer bomen dan in het deel van Italië waar we vandaan kwamen.
Rond 15:30 uur bereiken we Scaleo waar ons hotel is. We checken in en nemen een upgrade, zodat we een kamer met zeezicht hebben.
Nadat we de spullen op de kamer hebben gezet maken we een kleine wandeling. Eerst naar de zee en later door het stadje. En voor het eerst deze vakantie nemen we een Italiaans ijsje, heerlijk.Teruggekomen bij het hotel drinken we wat op ons terras en genieten we van het uitzicht op zee.
